Lupine is bij uitstek een gewas dat past binnen de maatschappelijk gewenste overgang van dierlijke naar plantaardige eiwitten (eiwittransitie). Vergeleken met de meeste andere peulvruchten bevat lupine veel eiwit (33-40%), maar bevat het weinig tot geen zetmeel of suikers. Lupine sluit daarmee goed aan bij een gezond en duurzaam voedingspatroon. Vanuit het oogpunt van de landbouw vormt lupine een erg geschikte aanvulling op het bouwplan. Het gewas is, in tegenstelling tot veel populaire peulvruchten als kikkererwten, linzen en soja, goed te telen onder Nederlandse omstandigheden. Het is van grote toegevoegde waarde in de gewasrotatie, door vastlegging van stikstof, opbouw van koolstof in de bodem en mobilisatie van fosfaat. Daarnaast is het als bloeiend gewas aantrekkelijk voor wilde bijen en insecten, en zorgt het voor diversiteit in het landschap.
Deze teelthandleiding is ontstaan vanuit meer dan 15 jaar wetenschappelijk onderzoek, maar ook vanuit meer dan 30 jaar teeltervaring van een groot aantal lupine-pioniers.