De opbrengsten van de groentegewassen lopen voor de 3 strategieën sterk uiteen. Met kunstmest en drijfmest blijven de opbrengsten stabiel. Bij de bodem voedende strategieën daalden de opbrengsten met de jaren, terwijl in de bodem- en planten voedende strategieën vooral bij potstalmest en een GFT&drijfmest combinatie toenemende opbrengstenen werden behaald.
Een grootste toename aan bodemorganische stof en daarmee CO2 opslag en klimaatwinst werd gevonden voor natuurcompost, potstalmest en de GFT&drijfmest combinatie. Bij zowel kunstmest en ook bij drijfmest bleef het organische stofgehalte stabiel. Extra bodemvruchtbaarheid wordt vooral opgebouwd met potstalmest maar ook met een GFT & drijfmest combinatie. Dit levert extra ‘oude kracht’ waar een boer méérwaarde uit kan halen. De kans op stikstofuitspoeling onder de composten blijft opvallend nihil.
Het bodemleven blijkt vooral te beïnvloeden voor de korte termijn maar op de langere termijn - 17 jaar - nauwelijks afhankelijk van type mest of compost..
Al met al kan worden geconcludeerd dat op termijn de beste opbrengsten en bodemkwaliteit kan worden behaald met meststoffen die zowel het gewas voeden alsook de bodemvruchtbaarheid opbouwen: potstalmest en GFT compost in combinatie met drijfmest. Deze combinaties leveren binnen de wettelijke kaders ook de meeste klimaatwinst door opslag in de bodem op.
Klik hier voor het eindrapport over Mest als kans.