Klimaatverandering kan negatieve gevolgen hebben voor onze leefomgeving en de landbouw: bijvoorbeeld droogte afgewisseld met periodes van hevige regenval, waardoor de voedselzekerheid in gevaar kan komen. Om de effecten van klimaatverandering te verminderen zijn internationale afspraken gemaakt om vanaf 2050 klimaatneutraal te werken.
Vanaf 2018 wordt in een deelproject ‘Evaluatie van maatregelen voor koolstofvastlegging’ onderzocht in hoeverre verschillende landbouwkundige maatregelen effectief zijn voor het vastleggen van koolstof in de bodem en wat de effecten zijn op de bredere bodemkwaliteit. In dit onderzoek zijn daarvoor diverse langetermijnexperimenten in Nederland, Duitsland en België geëvalueerd. Daarbij is niet alleen de impact van klimaatmaatregelen op de CO2-vastlegging uitvoerig onderzocht, maar ook op de bodemkwaliteit.
Belangrijkste conclusies
Door het gebruik van consistente meetmethoden en bemonsteringsprotocollen voor zowel veldproeven als praktijkpercelen, was het mogelijk om effectieve vergelijkingen te maken tussen het toepassen van een maatregel voor koolstofvastlegging en de referenties zonder de maatregel. In verdere analyses is een groot verschil gevonden tussen zand en klei als het gaat om koolstofvastlegging. In het algemeen is de zekerheid van de koolstofvastlegging het grootst op kleigronden, gevolgd door zandgronden en Veenkoloniale gronden. Verschillen in bodemkenmerken (zoals kleigehalte, initieel organisch stofgehalte en heterogeniteit) bepalen de meetbaarheid en de grootte van de effecten. De mate van koolstofvastlegging door een specifieke maatregel is dus niet overal hetzelfde. De resultaten laten zien dat de Nederlandse doelstellingen dankzij inzet van klimaatmaatregelen technisch haalbaar zijn, maar dat de effectiviteit ervan sterk kan verschillen. Maatregelen in de veehouderij, zoals blijvend grasland lijken daarbij effectiever dan akkerbouwmaatregelen. De effectiviteit van maatregelen verschilt ook sterk per bodemtype en regio. Daarnaast leiden de maatregelen tot aanzienlijke kosten die per locatie fluctueren.
Maatregelen in de praktijk beoordelen
Met een netwerk van ruim 140 agrarische ondernemers in zeven regio’s is een set van twaalf klimaatmaatregelen verder onderzocht en geëvalueerd. Juist dankzij de samenwerking is veel duidelijk geworden wat écht in de praktijk werkt en hoe effectief aan koolstofopslag gewerkt kan worden. Zo blijkt een maatregel als minimale grondbewerking weliswaar positief uit te pakken voor het bodemleven en de waterhuishouding, maar voor CO2-vastlegging is deze niet effectief gebleken. Daarentegen blijkt blijvend grasland een prima methode te zijn voor het vastleggen van koolstof. Het aanpassen van de gewasrotaties in de akkerbouw is wel effectief voor de koolstofvastlegging, maar het is ook een hele dure maatregel. De inzet en overwintering van groenbemesters lijkt meer perspectief te hebben. Dat bijna alle klimaatmaatregelen de ondernemer geld gaan kosten, werd ook duidelijk.
Voor de praktijk is het overzicht van de geteste en geëvalueerde maatregelen te vinden in een brochure Maatregelen voor het vastleggen van koolstof in minerale bodems.

De evaluaties uit dit onderzoek voor nationaal en provinciaal beleid zijn bijeengebracht op de website www.slimlandgebruik.nl/publicaties.