Effectieve strategieën om koolstof vast te leggen

Klimaatverandering heeft negatieve en zelfs desastreuze gevolgen voor onze leefomgeving: bijvoorbeeld droogte, afgewisseld met periodes van hevige regenval, waardoor instabiele teeltomstandigheden ontstaan en onze voedselzekerheid in gevaar komt. Om de effecten van klimaatverandering te verminderen zijn internationale afspraken gemaakt om vanaf 2050 klimaatneutraal te werken.

In het hieraan verbonden Klimaatakkoord heeft de agrarische sector toegezegd om vanaf 2030 0,5 megaton CO2-equivalenten per jaar vast te leggen in de organische stof van minerale landbouwbodems. Daarnaast moeten alle bodems vanaf dat jaar duurzaam beheerd worden. Dat zijn ambitieuze doelstellingen, maar hoe bereik je deze? En welke maatregelen zijn hierbij effectief? Dat is wat wij onderzocht hebben in het langlopende onderzoekstraject Slim Landgebruik.

Het onderzoekstraject is in 2018 gestart binnen een samenwerkingsverband met onder meer Wageningen UR en CLM en diverse agrarische ondernemers en gefinancierd door het ministerie van LNV. Waar Wageningse onderzoekers zich hebben gericht op de vraag wat er in heel Nederland gerealiseerd zou kunnen worden, hebben de onderzoekers van het Louis Bolk Instituut onder meer gekeken naar de bijdrage aan CO2-vastlegging per maatregel op de lange termijn. Ook brachten zij in kaart waarmee agrarische ondernemers in de praktijk bezig zijn als het gaat om de klimaatopgaven. In dit onderzoek zijn daarvoor in vijf jaar diverse langetermijnexperimenten (vanaf zo’n zeven jaar) in Nederland, Duitsland en België geëvalueerd waarbij de impact van klimaatmaatregelen niet alleen op de CO2-vastlegging, maar ook op de bodemkwaliteit uitvoerig is onderzocht.

Maatregelen in samenhang beoordelen

Dankzij hun nauwe relaties met agrarische ondernemers hebben de onderzoekers van het Bolk in verschillende regio’s in het land deze relevante en passende klimaatmaatregelen ook met de bedrijven onderzocht en geëvalueerd. Juist door de maatregelen samen met agrarische ondernemers te beoordelen is veel duidelijker geworden wat écht in de praktijk werkt en hoe effectief aan koolstofopslag gewerkt kan worden. Zo blijkt een maatregel als minimale grondbewerking weliswaar positief uit te pakken voor het bodemleven en de waterhuishouding, maar voor CO2-vastlegging lijkt deze toch minder effectief onder Nederlandse condities. Daarentegen blijkt blijvend grasland een prima methode te zijn voor het vastleggen van koolstof. En het aanpassen van de gewasrotatie in akkerbouw is een methode die helemaal veel oplevert, maar ook veel kost.  Dat bijna alle klimaatmaatregelen de ondernemer geld gaan kosten, werd zichtbaar in het werk met de ondernemers.

Meer rustgewassen

Voor veel akkerbouwbedrijven zijn rooigewassen zoals aardappel en suikerbiet essentieel vanwege hun financieel rendement. Een hoger aandeel rustgewassen (graangewassen, grassen en vlinderbloemigen zoals klaver, lupine, veldbonen en luzerne) is echter lucratief als het gaat om het bevorderen van de bodemvitaliteit en dus ook om het vastleggen van stikstof. Sommige ondernemers kunnen een verandering in hun bouwplan inpassen op het bedrijf. Voor anderen is het een hele dure maatregel die zonder compensatie niet haalbaar is. Uit het onderzoek blijkt dat met een aandeel rustgewassen van 50% ruim 1900 kilo extra CO2 kan worden vastgelegd per hectare per jaar. Daarmee is het een van de effectiefste klimaatmaatregelen. Daarnaast draagt een groter aandeel granen bij aan biodiversiteit en bodemkwaliteit. Het overzicht van de geteste en geëvalueerde maatregelen is te vinden in de recent gepubliceerde, praktische brochure  Maatregelen voor het vastleggen van koolstof in minerale bodems.

 

Illustratie Maatregelen voor koolstofvastlegging

Het LBI heeft de tien meest ingezette maatregelen voor koolstofvastlegging helder geanalyseerd op effectiviteit én inpasbaarheid op het agrarische bedrijf.

Nuttig voor agrarische sector en beleid

Veel agrarische ondernemers ervaren dat de bodemkwaliteit van hun percelen achteruitgaat. Daarom zijn velen van hen voortvarend al eerder aan de slag gegaan met maatregelen zoals groenbemesters en compost. Door met deze geteste maatregelen extra koolstof in de bodem op te slaan, blijft het gehalte aan organische stof behouden, wat weer bijdraagt aan de bodemkwaliteit. De ondernemers die met het LBI samenwerken kenmerken zich door hun innovatieve inslag: ze proberen graag nieuwe dingen uit om hun bedrijf te verbeteren. Zij zien ook de noodzaak in van klimaatneutraal werken en hebben baat bij de nieuwe kennis en werkwijzen die dankzij het onderzoek uit Slim Landgebruik zijn ontwikkeld. De evaluaties uit dit onderzoek zijn ook bruikbaar voor nationaal en provinciaal beleid: op deze manier wordt inzichtelijk wat werkt en wat niet en wat de voor- en nadelen kunnen zijn in de praktijk.

Voortbordurend op dit researchtraject doet LBI onderzoek naar de effecten van koolstofvastlegging van houtige gewassen, waarbij de hypothese is dat bomen veel CO2  vastleggen in de bodem.

Zie ook: