Regie in eigen hand
In het eerste coronajaar, 2020, kampten veel burgers met stress: het virus legde het openbare en sociale leven lam, veel mensen maakten zich zorgen over hun gezondheid en werden ziek. In de periode maart tot en met mei 2020 is onderzoek gedaan in Nederlandse populatie naar de soorten complementaire zorg waarvan burgers gebruik maakten en de redenen van gebruik. Onder complementaire zorg valt bijvoorbeeld het bezoek aan een complementaire zorgprofessional zoals een acupuncturist, osteopaat of (voet)reflexoloog, maar ook het gebruik van zelfhulpmiddelen zoals supplementen, kruiden of Bachbloesems. Ook is er ook gekeken naar zelfhulptechnieken zoals meditatie en yoga. Daarnaast was de vraag in het onderzoek welke socio-demografische factoren van invloed zouden zijn op het gebruik. De verwachting was dat burgers in tijden van zo’n ingrijpende gebeurtenis als covid en beperkte reguliere zorg wellicht (meer) gebruik zouden maken van zorg die zij zelf konden organiseren, waarmee ze de regie in eigen hand zouden nemen.
Complementaire zorg voor het algemeen welbevinden
Uit het onderzoek blijkt dat in Nederland 68% van de ondervraagden ten minste één keer in eerste drie maanden van de covidpandemie een vorm van complementaire zorg heeft gebruikt. Meer dan de helft van de ondervraagden nam extra vitamines en mineralen en een derde maakte gebruik van zelfhulptechnieken zoals ontspanningsoefeningen, yoga en meditatie. 13% van de ondervraagden had ten minste één keer in deze drie maanden een complementaire zorgprofessional bezocht.
Het is lastig vast te stellen of het gebruik van complementaire zorg daadwerkelijk toegenomen is in de covidperiode. De voornaamste reden om gebruik van complementaire zorg te maken was het op peil houden van het algemeen welbevinden (62%). Het werd echter weinig ingezet om specifiek covid te behandelen of te voorkomen.
Vrouwen maakten het meest gebruik van alle soorten complementaire zorg en daarnaast mensen die aangaven erg bezorgd te zijn om zelf covid op te lopen. De uitgebreide onderzoeksrapportage is te lezen in het artikel in BMC Complementary Medicine and Therapies.
Internationaal weinig verschillen
Deze onderzoeksresultaten over complementair zorggebruik in Nederland zijn onderdeel van het internationaal COVICAM project dat rapporteert over complementair zorggebruik in Zweden, Noorwegen en Nederland tijdens de beginperiode van covid. Hieruit bleek dat in alle drie de landen de mate van complementair zorggebruik niet drastisch veranderde in de beginperiode van covid. Dit ondanks het feit dat besmettingsgraden en overheidsmaatregelen zoals lockdowns verschillend waren per land.
Belang van het onderzoek
Er is in de academische wereld relatief weinig onderzoek verricht naar het gebruik van complementaire zorg, hoewel veel burgers hiervan wel gebruik maken, al dan niet gecombineerd met reguliere zorg. Meer kennis over complementaire zorg is van belang voor zorgprofessionals, beleidsmakers, en gebruikers zelf. Het Louis Bolk Instituut heeft dit onderzoek uitgevoerd vanwege haar kennis over complementaire zorg en de integrale kijk op gezondheid. Hierdoor dragen de onderzoekers bij aan verdieping en verbreding van de kennis over complementaire zorg in Nederland.