De vragenlijst werd ingevuld door 80 BD-boeren. Tijdens twee focusgroepen van elk zes en zeven boeren werd dieper op de uitkomsten van de vragenlijst ingegaan, en er zijn vijf diepte-interviews gedaan.

Drijfveren
Naast de holistische manier van werken en leven, is ook het geestelijke aspect voor veel BD-boeren een belangrijke drijfveer. In een tijd waarin landbouw als maakbaar en beheersbaar wordt neergezet en technologische innovaties de voorkeur krijgen, ervaren BD boeren dit nadrukkelijk anders. Een fragment van een gesprek uit een focusgroep met jonge BD-boeren:
“Je kunt dit zaadje niet 3D-printen. Dat is mijn motivatie! Het gaat erom dat er meer is dan alleen het materiële. De geestelijke kant spreekt me steeds meer aan.”
“Ja, we kunnen mensen voeden met geestelijke producten.”
De top-vijf drijfveren die zijn genoemd:
- Zorgen voor milieu, klimaat en biodiversiteit (81%)
- Arbeidsvreugde en voldoening (68%)
- Dieren die diereigen gedrag kunnen vertonen (50%)
- Visie en inspiratie vanuit de antroposofie (49%)
- Behoud van vakmanschap (34%)
In de focusgroepen en interviews werd vaak een ‘dit is wat ik te doen heb’ geuit. Een gevoel dat sterk samenhangt met arbeidsvreugde en voldoening. Ook werd het produceren van gezonde producten uit een gezond en levenskrachtig landbouwsysteem genoemd, voor lichaam én geest.
Uitdagingen
Boeren geven aan grote uitdagingen te ervaren, die ook elders in de sector gelden. Hier worden vaak genoemd:
- Klimaatverandering: en de gevolgen voor bedrijfsvoering.
- Financiële haalbaarheid: voldoende rendement uit het bedrijf en afzet van Demeterproducten. De wens om marktontwikkeling voor Demeterproducten speelt voornamelijk onder jongere boeren, degenen die nog een langere tijd als boer voor zich hebben liggen.
- Opvolging vinden: zorgen over wie de boerderij in de toekomst zal overnemen.
- Regelgeving vanuit de overheid: met name de regels vanuit SKAL worden door sommige boeren als beknellend ervaren.
- Doorontwikkeling van Demeterrichtlijnen: hier worden dan conflicterende waarden tussen de Demeterprincipes en de boer (of zijn/haar bedrijfsvoering) zelf genoemd. Boeren die dit aangeven willen graag een open gesprek voeren over een meer eigentijdse invulling van de Demeterprincipes, zodat een ook de volgende generaties zich thuis blijven voelen bij de sector.
Belangrijke thema’s van deze conflicterende waarden zijn:
- Verdere mechanisatie ter vervanging van arbeid: 45% staat daar positief tegenover.
- De rol van het landbouwhuisdier: 20% vindt dat het dier niet per definitie onderdeel hoeft te zijn van het BD-bedrijf.
- De afzetmogelijkheden van Demeterproducten: 35% van de boeren geeft aan afzet via reguliere supermarkten te willen verkennen.
Ondanks de uitdagingen overwegen maar zeer weinig boeren om te stoppen als boer: slechts 13% gaf aan daar wel eens over na te denken. Zeker gezien de huidige context voor boeren in Nederland een opvallend positief cijfer. Ook is er een groot vertrouwen in het eigen bedrijf (83%) en in de BD-sector als geheel (73%).
“Het zijn onbestendige tijden.”
“En hoe ga je daar als boer mee om?”
“Gestaag doorgaan. De rest volgt vanzelf.”

Ambities en toekomstdromen
Ambities voor de sector:
- Met stip op nummer 1: koploper en inspirator zijn voor de landbouwsector. Het woord ‘voorbeeldfunctie’ is een van de meest genoemde woorden binnen dit onderzoek.
- Vergroten van het marktaandeel: met name jongere boeren (die nog een aantal decennia als boer voor zich hebben) zijn gericht op marktontwikkeling en het vergroten van Demeterafzet in Nederland.
Op deze twee punten kan de sector zich nog gezamenlijk hard maken naar de toekomst toe. Ook geven meerdere boeren aan ideeën te hebben over hoe hier als sector invulling aan te gegeven, maar daar nu nog niet over mee te praten.
“Er is zo’n grote groep jongvolwassenen die niet weten wat BD is, allemaal slimme mensen die we het verhaal kunnen gaan vertellen. Demeter hoeft geen niche te blijven, vertel het de yuppen, vertel het de kinderen, die hebben daar echt wel oren naar!”

Hoe kan de omzet van Demeterproducten dan het best worden vergroot? Meer PR, communicatie en maatschappelijk meer zichtbaar zijn, worden het vaakst genoemd. Het verhaal aan Nederland gaan vertellen, de verbinding opzoeken met klanten, afnemers en collega-boeren; zowel BD, biologisch als conventioneel.
Vraag: “Wat zou je doen als je onbeperkte middelen zou hebben?”
Antwoord: “Bouwen aan Demeter-afzet in Nederland!”
Verbinding met de sector
Er blijkt een grote behoefte (94%) aan verbinding met elkaar, vooral voor contact met gelijkgestemden en kennisuitwisseling. Boeren vinden deze verbinding met name binnen hun familie- en vriendenkring, met collega-boeren en met klanten en afnemers. Ook de collegiale toetsing speelt hier een belangrijke en zeer gewaardeerde rol.
”Waar vind je inspiratie, ondersteuning en verbinding?”, in percentages

Belangrijke vraag voor de toekomst
Van alle deelnemers geeft 33% aan graag te willen meedenken over de praktische invulling van de gedeelde waarden. Voornamelijk over het op een eigentijdse manier invulling geven aan de principes met voldoende ruimte voor bedrijfsindividualiteit. Toch zit een deel van deze 33% nog niet aan de gesprekstafel. Dat is een belangrijk signaal voor de sector.
Er is energie bij een diversiteit aan leden om hiermee aan de slag te gaan. Dan is het aan te bevelen om goed naar de samenstelling van de ‘tafels’ te kijken en hier nieuwe deelnemers aan te verbinden. Ook degenen die zich meer verwant voelen met nieuwe initiatieven en bredere invulling van afzetkanalen voor Demeterproducten.
Conclusies
De biodynamische landbouw wordt gedragen door een gepassioneerde en betrokken groep boeren met gedeelde wortels, waarden en ambities. Ook is duidelijk dat de diversiteit aan biodynamische bedrijven inspiratie en oplossingsrichtingen te bieden hebben voor zowel mens als voedselsysteem, waarbij de BD-sector dit als één van haar meerwaarden ziet.
Om als sector zelf haar ambities waar te maken is het aan te bevelen om met een diversiteit aan BD-boeren – van pioniers tot vernieuwers – de dialoog aan te gaan. Onderwerpen zoals communicatie, afzet en doorontwikkeling van Demeterrichtlijnen zijn hierbij belangrijke thema’s. Er zit ontzettend veel energie en ideeën bij de boeren zelf, nu nog zorgen dat die gezamenlijk rond de tafel gaan zitten.
Met dank aan:
Alle BD-boeren die hebben meegewerkt. Daarnaast Bert van Ruitenbeek (directeur Stichting Demeter) en Ellen Winkel (Schrijfwinkel) die met hun kennis en tijd hebben bijgedragen.